Piet van Heusden: wereldkampioen uit het niets

Piet van Heusden: wereldkampioen uit het niets

Elk club heeft ze. Prominent boven de bar of verscholen in een hoekje. Pronkstukken. Samen vormen ze het museum van de amateursport. Opdat de verhalen worden doorverteld. Zo fietst Piet van Heusden (1929) een paar keer per week naar de wielerbaan. Voor een bakkie leut met zijn maten van ASC Olympia. Dit keer heeft hij een bijzondere trui meegenomen.

Wielrennen kondigt de lente aan. Niet voor niets luidt de bijnaam van Milaan – San Remo de eerste grote klassieker van het seizoen La Primavera. Tijdens de wintermaanden worden de benen soepel gehouden op de overdekte wielerbaan. Zo ook door de leden van de Amsterdamse Sport Club Olympia – de oudste wielervereniging van Nederland.

Tanige mannen

Het clubhuis van Olympia is verbonden met het Velodrome op Sportpark Sloten. Tanige mannen op leeftijd rijden haast in trance achter een zoemende derny. Tot vorig jaar reed Piet van Heusden nog mee. “Na een valpartij ben ik bang dat mijn schouder een volgende keer niet kan opvangen, maar ik heb afgelopen jaar nog zesduizend kilometer gefietst.” Een van zijn favoriete ritjes is van zijn woonplaats Uithoorn naar de wielerbaan. “Voor een bakkie leut en een stroopwafel op het middenterrein.” Daar komen de verhalen vanzelf.

ASC Olympia - Piet van Heusden: Wereldkampioen uit het niets

Van Heusden groeide op na de oorlog. Magere jaren, waarbij sport de kans bood het harde arbeidersleven te ontvluchten. Zeker het wielrennen, dat zeer populair was. De tribunes van Olympisch Stadion puilden uit bij de wedstrijden op de wielerbaan. Bovendien had elke buurt wel zijn eigen koers: de Ronde van Frankendael, de Ronde van het Florapark, de Ronde van de Kinkerbuurt. Toppers verdienden goed geld.

Zijn vader zag een wielercarrière echter helemaal niet zitten. “Hij heeft nog meegeholpen de Bosbaan uit te graven, een werklozenproject in de crisisjaren, dus hij vond dat ik eerst maar een vak moest leren.”

Piet van Heusden: wereldkampioen

Van Heusden ging als elektricien aan de slag. “Op een gegeven moment moest ik in Brabant gaan werken en kwam ik in de kost bij een koster. Dat beviel helemaal niet.” Zonder baan keerde hij terug naar Amsterdam. “Ik zei tegen mijn vader dat ik wel iets zou vinden, maar ondertussen ging ik elke dag fietsen.”

ASC Olympia - Piet van Heusden: Wereldkampioen uit het niets

De kracht in de benen nam toe en Piet van Heusden ontdekte een specialisme. “Bij de clubkampioenschappen van Olympia versloeg ik Nederlands kampioen Patsi Willekes op de achtervolging.” Olympia schreef hem vervolgens in voor het Nederlands kampioenschap in 1952, maar als onbekende rijder werd hij op de reservelijst geplaatst. “Ik moest wachten op een bankje in het Olympisch Stadion.” Hij schudt zijn dijen alsof hij er nog steeds zit. Klaas van Est, een broer van Wim, kwam niet opdagen, waarna een tot op het bot gemotiveerde Van Heusden alle notabelen van de KNWU te kijk zette en Nederlands kampioen achtervolging werd.

“Gelukkig bepaalden de internationale regels dat de Nederlands kampioen naar het wereldkampioenschap ging.” zegt Van Heusden nog altijd verontwaardigd. Hij haalde de kwartfinale op de roze wielerpiste van het Parc des Princes in Parijs en begon aan een bijzondere serie. Zowel in de kwart als in de halve finale reed hij tot op de tiende seconde nauwkeurig dezelfde tijd. Tegenstander in de finale was regerend wereldkampioen Mino de Rossi. “Hij had al weer ansichtkaarten laten drukken met zichzelf als wereldkampioen,” zegt Van Heusden. De Rossi werd echter verslagen door de onbekende Amsterdammer, die wederom precies dezelfde tijd reed als in de voorgaande twee ritten. De opvallende gelijkmatigheid leverde Piet van Heusden de bijnaam de fietscomputer op.

ASC Olympia - Piet van Heusden: ‘Het zag zwart van de mensen ...'

IJssalon

 

“Een aantal vrienden was op de fiets naar Parijs gekomen om mij in de finale te zien rijden. Met hen heb ik nog een paar dagen feestgevierd in de stad.” Van Heusden heeft alle herinneringen bewaard in een dik boek. Een foto toont de huldiging op het Mercatorplein. De buurt was uitgelopen. Wereldkampioenen werden in die jaren nog op een rondrit onthaald. “De stoet hield stil bij een Italiaanse ijssalon in de Bilderdijkstraat. De Rossi had mij namelijk niet gefeliciteerd en dat was nogal breed uitgemeten in de pers. De eigenaar vond dat een schande en bood mij namens Italië een bos bloemen aan.”

De gouden medaille draagt Piet van Heusden om zijn nek. “Voor de gelegenheid hoor!” Maar hét symbool van een wereldkampioen in het wielrennen is de regenboogtrui. Hij haalt hem uit een tasje. Het wit is wat smoezelig, de regenboog kleurt nog helder. De trui zorgt voor opschudding op het middenterrein. Mannen drommen vol bewondering samen. “Jemig Piet, ik wist niet dat jij wereldkampioen was.”

Dit artikel verscheen eerder in Het Parool.