Nils van ’t Hoenderdaal start zijn route naar Tokio in Amsterdam
Nils van ’t Hoenderdaal is de zesde sprinter die tijdens Six Day Amsterdam zal starten. Met Nils is het deelnemersveld voor de – door Main Capital Partners gesponsorde – Sprint Cup compleet. Nils is geboren en getogen in Amsterdam: “Het is een speciaal gevoel dat ik er dit jaar bij mag zijn.”
Sterke oppositie
In Amsterdam komt hij onder meer zijn land- en ploeggenoot Jeffrey Hoogland tegen. De twee zijn goede maatjes, betrekken binnenkort zelfs samen een woning. Jeffrey Hoogland en Nils van ’t Hoenderdaal kunnen sterke oppositie verwachten.
“Ik heb al een blik op het deelnemersveld geworpen. Met Jeffrey, de Duitsers Joachim Eilers en Max Levy, die Brit Philip Hindes (Olympisch kampioen teamsprint) en de Amerikaan Nate Koch weet ik dat de tegenstand heel fors zal zijn.”
Zeker ook omdat je lange tijd uit competitie was.
“Ik heb na de Spelen geen EK, geen wereldbekers, geen andere wedstrijden gereden. Dat was een bewuste keuze. Ik heb in aanloop naar de Olympische Spelen last gehad van de nodige blessures, aan mijn knieën en mijn rug. Dat zijn specifieke sprinters blessures. Meestal komen ze niet eens van het fietsen, maar zijn ze het gevolg van onze krachttraining. Bij het squatten moet je heel goed op je houding letten en letterlijk stevig in je schoenen staan, anders heb je zo ergens last van. En als je dan scheef op je fiets gaat zitten is het zo echt mis. Echt een tijdje helemaal niks doen, was in mijn geval het allerbeste. Met de fysio hebben we al voor de Spelen een plan van aanpak voor de komende periode gemaakt, zodat ik er deze winter geen last meer van zou hebben.”
Voorbereiding
Hoe ziet je voorbereiding eruit?
“Na de Spelen in Rio heb ik langere tijd weinig of niks gedaan. Direct na Rio ben ik even op vakantie gegaan, daarna heb ik me thuis vermaakt. In Amsterdam is genoeg te beleven. Begin oktober heb ik mijn training weer opgepakt. Inmiddels zit ik weer in het ritme, kan m’n lichaam het ook weer aan om elke dag wat te doen.”
En waar moet dat dan uiteindelijk toe leiden?
“Het WK in Hong Kong is hét doel voor dit jaar. Ik blijf me richten op de teamsprint, als starter. Daar ligt mijn potentie, mijn grootste kracht. Ik denk dat er nog veel verbetering te halen is. De komende jaren hoop ik me ook op andere sprintdisciplines te ontwikkelen. Deelname in Amsterdam is daar een eerste stap in.”
Het is niet je debuut in een zesdaagse in het Velodrome, toch?
“Nee, het is niet voor het eerst dat ik meedoe in Amsterdam, de eerste keer was zelfs al een jaar of zes geleden. Ik was toen echt nog heel jong, had geen idee wat me te wachten stond. Nu doe ik voor het eerst mee met een Olympische Spelen in mijn bagage. Dat maakt natuurlijk nogal een verschil.”
Terugijken op Rio
Over die Spelen gesproken, hoe kijk je terug op Rio?
“Ik kijk, dat zal je begrijpen als je weet dat we zesde werden, niet met heel veel genoegen terug op de Spelen. Ik was met heel andere verwachtingen naar Rio toe gegaan. Dat ik op het moment dat het moest niet sneller was dan ik in aanloop en in de trainingen had laten zien, was voor mij een flinke tegenvaller. Dat was me nog nooit eerder overkomen. De vormpiek was er gewoon niet. We zoeken nog altijd naar waar de fout lag. We komen steeds dichterbij de antwoorden, maar misschien zullen we het nooit helemaal weten. Vorm is en blijft toch ook een ongrijpbaar iets.”
Aan de andere kant, je bent onlangs pas 23 geworden, dat is jong voor een baansprinter.
“Feit is dat het snel is gegaan. Ook voor Jeffrey en Elis Ligtlee. Aanvankelijk was het de bedoeling dat we in Tokio ons zouden gaan onderscheiden, maar de ontwikkeling ging zo snel. Als je op de deelnemerslijst in Rio ook de leeftijden van alle andere renners zag, weet je dat wij de tijd nog wel hebben. Ik zal ook eerlijk zijn dat ik drie jaar geleden ook echt niet gedacht had er al in Rio bij te zijn. Maar de voortekenen op onder meer het EK en WK waren zo goed, dat we toch met hoge verwachtingen naar Brazilië waren gegaan, daarom viel het me ook zo tegen. Nu weet ik echter hoe de Spelen in elkaar zitten, daar kan ik in Tokio allicht van profiteren.”
Voorbereiden op Tokio
De voorbereiding op Tokio zal je vanuit Apeldoorn gaan doen.
“Ik heb mijn hele leven in Amsterdam gewoond, als kind woonde ik zelfs echt op steenworp afstand van de wielerbaan in Sloten. Maar, ik heb een huis gekocht. Samen met Jeffrey Hoogland. We hebben voor een praktische oplossing gekozen, die onze sportcarrière ten goede moet komen. Ik zat regelmatig op de A1 vanuit Amsterdam in de file naar Apeldoorn, voor Jeffrey gold vanuit Nijverdal hetzelfde. Aanvankelijk wilden we allebei wat gaan huren, maar uiteindelijk bleek dit financieel en praktisch het beste. We zitten nu echt heel dicht bij de baan in Apeldoorn, kunnen tussen de trainingen door naar huis om te gaan eten en te rusten. Dat gaat ons zoveel tijd schelen, het zal ons zoveel meer rusttijd opleveren.”
Maar eerst nog een weekje Amsterdam, met de Six Day.
“Ik denk wel dat er veel kennissen, familieleden en vrienden komen kijken. Niet dat ze allemaal nou van die enorme wielerkenners zijn, maar als ze de kans hebben om me – dicht bij huis ook nog eens – aan het werk te zien, zijn ze meestal wel heel erg geïnteresseerd. Ook zal ik er wel veel leden van mijn club, ASC Olympia, tegen het lijf lopen. Natuurlijk maakt dat het allemaal extra leuk, ik heb er sowieso heel veel zin in. Vroeger als kind, als beginnend wielrennertje, ging ik wel kijken naar de zesdaagse in Amsterdam, als je er dan nu zelf tussen staat, blijft dat kicken.”
Nieuwe Olympische cyclus
Six Day Amsterdam is voor Nils van ’t Hoenderdaal dus het begin van een nieuwe Olympische cyclus?
“Je zou kunnen zeggen dat Six Day Amsterdam de eerste stap is op weg naar de Spelen van Tokio. Dan zullen voor het eerst weer tijden van me geklokt worden, krijg ik een eerste indicatie waar ik sta. Ik kijk uit naar de komende vier jaar, al klinkt dat natuurlijk nu nog even als een waanzinnig lange periode.”
Dit interview met Nils van ’t Hoenderdaal werd eerder gepubliceerd op de website van Six Day Amsterdam.
Geef een reactie